Home » Eerste monitoringsrapportage laat vorderingen natuurherstel zien

25 november 2019

Eerste monitoringsrapportage laat vorderingen natuurherstel zien

Ook al is er in 2018 meer dan 100.000 ton slib uit de Eems-Dollard gehaald, het water is nog steeds te slibrijk. Hierdoor daalde het aantal bodemdieren, vogels en vissen. Toch is er ook goed nieuws. Wadvogels hebben meer ruimte om te rusten en te broeden op het nieuwe broedeiland Stern en de Klutenplas. Dat blijkt uit de de eerste monitoringsrapportage van programma Eems-Dollard 2050.

De rapportage is aangeboden tijdens het bestuurlijk overleg ‘Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport’.  Eerder in oktober stemde de stuurgroep Ecologie en Economie in balans al in met deze monitoringsrapportage. De monitoringsrapportage van 2018 geeft een goed beeld van de toestand van de natuur, de projecten en de tussenstand van het programma EemsDollard 2050. Naar voren komt dat het systeem nog steeds verslibt. Niet alleen het water is extreem slibrijk, ook de wadplaten worden steeds slibrijker. Bodemdieren, voornamelijk schelpdieren, nemen sterk af. Dat geldt ook voor bodemdier-etende vogels zoals duikeenden en scholeksters. Ook is de totale biomassa vis fors gekelderd.

Leerschool

Tegelijk zijn er goede vorderingen gemaakt met uitvoeringsprojecten. In 2018 zijn diverse projecten in uitvoering genomen, waarbij drie projecten zijn afgerond. Sommige projecten hadden meteen al een effect. Zo was het broedeiland Stern al in de eerste lente een veilig plek voor het visdiefje en Noorse stern om succesvol te broeden. Bovendien werd met de projectrealisatie van Marconi en de klutenplas de rust- en leefgebieden voor wadvogels vergroot. In pilotprojecten is in 2018 meer dan 100.000 ton slib uit het water gehaald. Dit is nog te weinig om de effecten te kunnen meten, maar een goede leerschool om te zijner tijd te kunnen opschalen. De resultaten en effecten van de uitgevoerde projecten geven inzichten en een doorkijkje naar de mogelijke bijdrage aan de doelen van ED2050. Daarom worden de projectresultaten en effecten meegenomen bij de programmering voor 2020-2025 van ED2050.

Hoewel we veel hebben geleerd van de eerste monitoringsrapportage zijn sommige systeemrelaties en effecten onbekend. Daarvoor is nader onderzoek nodig. Voortzetting van de metingen zal ons leren welke impact de projecten en hun vervolg zullen hebben op het Eems-Dollard estuariumsysteem.

Monitoringsrapportage 2018 ED2050_DEF (1)

Verhalen en artikelen over dit project