Het verwijderen van slib uit de Eems-Dollard is een belangrijke maatregel om het water minder troebel te maken en daarmee de natuur te herstellen. Onze ambitie is om jaarlijks minimaal 1 miljoen ton slib (droge stof) uit het estuarium te halen. Dat doen we vooral door het baggeren van slib uit lokale havens. Voor het vrijgekomen slib zoeken we nuttige toepassingen.
Slib is voor ons geen afvalproduct, maar een gewilde grondstof. Bijvoorbeeld voor het versterken van dijken, het maken van bouwmateriaal en het verhogen van landbouwgronden. Zo draagt verbetering van de natuur ook bij aan de ontwikkeling van een circulaire economie.
De komende jaren gaan we door met het onderzoeken van de haalbaarheid van nuttige en innovatieve toepassingen van slib. Daarvoor voeren we praktijktesten en onderzoeken uit. Deze pilots laten zien wat werkt, welke toepassingen marktpartijen op grotere schaal kunnen oppakken en welke toepassingen verdere uitwerking vragen. Niet alle toepassingen zullen uiteindelijk mogelijk en rendabel zijn. Opschaling naar regionaal niveau is mogelijk als blijkt dat de economische of maatschappelijke meerwaarde positief is. Ook moet de toepassing technisch en financieel haalbaar zijn.
Provincie Groningen is de trekker van deze strategie en Bart Koster het aanspreekpunt.
Andere betrokken partijen zijn: marktpartijen, landbouw(organisaties), Rijkswaterstaat, ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waterschap Hunze en Aa’s, Groningen Seaports, Groninger Landschap, gemeente Eemsdelta en gemeente Oldambt.